
Halverwege het vorige seizoen kwam hij als extra ‘plus’ het door Redbad Strikwerda tot ‘jeugdplusteam’ omgedoopte Draisma Dynamo versterken. Met al zijn ervaring en routine geldt Erik van der Schaaf in het huidige volleybaljaar wederom als een zekerheidje voor zijn trainer. Hoe lang hij die rol nog blijft vervullen laat de enige dertiger uit de Draisma Dynamo-selectie afhangen van het afwegen van persoonlijke plussen en minnen.
Midden in de reeks halve finale-ontmoetingen tegen Nova Tech Lycurgus wil Van der Schaaf nog niet te ver vooruitlopen op hoe zijn sportieve toekomst eruit ziet. “Eerst wil ik me focussen op de beslissende wedstrijden die nu komen”, sprak hij daags voor het eerste duel uit de best-of-five reeks met de Groningers.

Het is meer de combinatie van het een met het ander, die hem doet twijfelen of hij er al dan niet een extra jaar aan vastknoopt. “Ik heb altijd gewerkt naast het volleybal. Ik haal er plezier uit door het te combineren. Dat kost best veel energie. Als ik voor 80k per jaar ergens kan volleyballen, zou ik het ook doen en ging ik voor de rest op m’n reet zitten. Maar dat kan niet in Nederland. Er zijn inmiddels wel clubs die stappen maken, maar voor mij komt dat te laat.”

Bijna dagelijks het traject af te moeten leggen tussen zijn voormalige woonplaats Den Haag en de volleybalhoofdstad van Nederland was tijdrovend en energieverslindend. “Op zich vind ik autorijden helemaal niet erg. Het afgelopen jaar reed ik op en neer. Dat werd wel wat veel. Ik heb daarom gezegd dat ik naar Apeldoorn zou verhuizen wanneer ik bij Dynamo zou blijven. Dat is in de zomer gebeurd. Ik ga nu één keer per week naar kantoor in Zoetermeer. Dat doe ik op een dag waarop ik niet train.”

Fysiek kent hij weinig problemen. Al sputtert het lichaam bij tijd en wijle wel wat tegen, zo geeft Van der Schaaf te kennen. “Ik vind mezelf nog hartstikke fit. Springen betekent een fysieke belasting, maar ik krijg natuurlijk geen dertig ballen per wedstrijd. Door het seizoen heen heb ik ook best wel rust gekregen. Toch merk ik wel dat ik wat ouder word. De afgelopen jaren ging ik nooit naar de fysiotherapeut. Nu doe ik dat elke week. Ik heb wat last gehad van m’n rug. Toen we uit speelden in Huizen, kon ik me bijna niet meer bewegen nadat ik het busje uitstapte. Het schoot er ineens in. Daarom laat ik nu alles losmaken. Uit preventie.”
In de klas van meester Strikwerda behoort de ervaren Van der Schaaf tot de leerlingen die nauwelijks bijscholing meer behoeven. Ondanks dat hij met zijn 1,90 meter niet de langste is, blijft hij een stabiele factor in het team. Hij staat er wanneer hij er moet staan. “Ik hoef nergens meer beter in te worden. Ik moet m’n eigen dingen doen. Je weet wat je aan me hebt. Maar ondertussen moeten we wel met z’n allen beter worden. Redbad is daar een meester in. Als iedereen op trainingen beter wordt, dan wordt het team ook beter”, rekent hij voor hoe optelsommen binnen het teamproces leiden tot betere resultaten.

Over hoe de ploeg zich in de voorbije maanden presenteerde, is hij zeer te spreken. “Met onze tweede plaats in de reguliere competitie en de A-poule hebben we het hartstikke goed gedaan. Kijk je naar budgetten, dan presteren we boven verwachting. Het is knap wat we doen. Wij zijn natuurlijk toch een beetje een opleidingsteam. Je merkt dat wij beter zijn geworden naarmate het seizoen vordert. Tegen topteams hebben we her en der wat laten liggen. Tegen de onderste teams pakten we wel de volle buit. Vorig jaar moest je bij de bovensten eindigen en zoveel mogelijk punten pakken. Nu maakte het niet uit of je nu in de A-poule belandde, of niet. In de A-poule voelde het alsof je voor niets speelde. Maar de topteams hebben zelf gezegd dat ze meer potjes wilden spelen.”

📸Wout van Zoeren