Van de selectiespelers van Draisma Dynamo geldt Mats Kruiswijk als degene met verreweg de meeste kilometers op de teller. Al vijf seizoenen pendelt de 29-jarige passer/loper heen en weer tussen de regio Den Haag en de volleybalhoofdstad van Nederland. Enkel een beloning en bekroning voor alle opofferingsgezindheid laat nog op zich wachten. “Het zou wel heel gaaf zijn om dit seizoen prijs te pakken.”
Ondanks her en der wat struikelpartijen in de eerste maanden van het seizoen geniet de energieke gymleraar van elke dag waarop hij in de zaal staat. Kruiswijk is bovenal verheugd om zelf weer volop zijn bijdrage te kunnen leveren aan het teamproces. “Ik vind het fantastisch om hier te mogen spelen”, spreekt de oudgediende de hoop uit het blessureleed dat hem de afgelopen twee seizoenen kwelde definitief achter zich te hebben gelaten.
De Voorburger heeft zijn portie lichamelijke ellende wel gehad. “Ik heb anderhalf jaar gesukkeld met een ‘jumpers knee’. Het is overbelasting geweest. Zoiets bouwt zich op in jaren. Door het volleyballen en door mijn werk als gymleraar. Herstellen lukt alleen door een combinatie van rust en door te zoeken naar wat voor jou werkt. Een kwestie van proberen. Bij sommigen komt het nooit meer goed. Ik ben blij dat ik weer kan volleyballen. Eind vorig seizoen ging het al beter. Ik heb de hele zomer doorgetraind en kon fit aan dit seizoen beginnen.”
Voor het team verloopt het tot dusverre met vallen en opstaan. Een verklaring voor de aanhoudende wisselvalligheid kan de routinier niet zo direct geven. “Vorig jaar konden we in het begin van het seizoen in wedstrijden zelf meer de toon zetten. Dit seizoen lukt het ons moeilijk om los te komen van een tegenstander. Het is niet tastbaar waar dat aan ligt. Misschien ligt het wel aan de spelers zelf. Iedereen heeft tijd nodig om in een team te groeien. Spelers maken een team”, aldus Kruiswijk.
Hoewel er in de aanloop naar het slot van de competitie nog veel voor verbetering vatbaar blijft, is hij aan het begin van 2019 met Draisma Dynamo toch ‘gewoon’ op drie fronten actief. Om Europees verder te bekeren zal nochtans alles uit de kast moeten worden gehaald. De 3-0 nederlaag van 19 december op de Azoren stelt Kruiswijk c.s. voor een loodzware opgave in de thuiswedstrijd tegen Fonte Bastardo. Toch ziet Kruiswijk mogelijkheden om de kwartfinale in de Challenge Cup te bereiken.
“In dit team zit beduidend meer power dan bij onze vorige Portugese tegenstander. Hun Oekraïense diagonaal heeft ons in die eerste wedstrijd kapot geslagen. Om een kans te maken tegen zo’n ploeg, moet je alles goed op orde hebben. Zowel verdedigend als passend moet het goed staan. In vergelijking met Nederlandse ploegen serveren zij veel meer op kracht. Hier serveren we meer met floaterballen. Dáár zijn zij dan weer dan niet zo aan gewend. We zullen met 3-0 of 3-1 moeten winnen en óók die Golden Set. Dat betekent niet alleen pieken aan het begin, maar ook dat we een lange adem moeten hebben.”
In eigen land is Draisma Dynamo’s rol evenmin verre van uitgespeeld. Een finaleplaats in het nationale bekertoernooi ligt voor het grijpen met een thuiswedstrijd tegen het verrassende Sliedrecht Sport voor de boeg. In de play-offs rekent Kruiswijk Draisma Dynamo eveneens tot de kanshebbers voor een finaleplaats. Voorwaarde is wel dat misstappen, zoals in de reguliere competitie, in de beslissende fase van het seizoen achterwege blijven.
“We moeten naar een piek toewerken. We hebben een goede kans om de finale van de beker te spelen. We krijgen Sliedrecht thuis. Het is altijd fijn om in eigen hal te spelen. Gaaf wanneer er veel publiek zit. Je speelt altijd om te winnen. We zullen er alles aan doen. Zo werken we ook naar die kampioenspoule toe. Willen we nog een plekje stijgen, dan zullen we alles moeten winnen. Je wilt toch zo hoog mogelijk eindigen. Zo’n play-off fase is sowieso lastig. Het gaat tussen Lycurgus, Orion, Sliedrecht en ons. Twee van die vier teams staan in de finale. Het is simpel. Je zult alles moeten winnen. Als je de finale haalt, ga je ervoor. Je moet echter eerst die finale halen.”
Voor de leden van de technische staf is het hoe dan ook fijn om te weten dat ze altijd kunnen terugvallen op types als Mats Kruiswijk. Een aanjager. Een teamspeler bij uitstek. Iemand die zich onbaatzuchtig wegcijfert in het belang van het team. Desnoods als libero, zoals onlangs in de kwartfinale voor de beker tegen VoCASA.
De gelegenheidslibero zelf bekijkt zijn eigen inbreng met enige reserve. Op zijn eigen wijze geeft hij invulling aan wat trainers hem opdragen. Bescheiden, nuchter en realistisch. “Kijk naar mijn lengte. Dat zegt toch al genoeg. Dat heeft het halen van de absolute top voor mij heel lastig gemaakt. Toch heb ik een weg gevonden waarop ik van waarde kan zijn voor een team. Als oudere speler speel je altijd wel een rol. Ik probeer altijd wel aanwezig te zijn. Als gymleerkracht ben ik daar ook mee bezig. De voornaamste reden waarom ik dit doe, is gewoon omdat ik het nog steeds hartstikke leuk vind om te doen.”