Na vijf seizoenen VoCASA achtte Duco Krook de tijd rijp om zijn vleugels verder uit de slaan en het sportief hogerop te zoeken. Dus toen Daan Haanappel naar Draisma Dynamo ging, wilde de aanvoerder van de Nijmegenaren zijn strijdmakker graag volgen. Hij zocht zelf telefonisch contact met Redbad Strikwerda. Met succes. Het eigen initiatief loonde voor de 25-jarige middenaanvaller. Met als gevolg dat vader en moeder Krook, zijn trouwste supporters, in het huidige seizoen veelvuldig vanuit Veghel naar Apeldoorn moeten rijden om hun volleyballende zoon live in actie te zien.
In Brabant kreeg de bewoner van de FSG campus de grondbeginselen van het volleybal bijgebracht. Het begon voor Krook allemaal bij Skunk in Veghel. Tussendoor volleybalde hij ook korte tijd bij Were Di in Gemert. Dat hij zich ooit nog eens eredivisievolleyballer zou mogen noemen, daar was hij in zijn jonge jaren helemaal nauwelijks mee bezig. Pas vanaf het moment waarop hij vanuit de derde divisie quasi bij toeval in de Topdivisie belandde, kwam langzaam het besef dat er weleens wat in meer in het vat kon zitten.
“Bij Skunk is alles goed wat je doet. Het ging eigenlijk vanzelf. Bij VoCASA werd het serieuzer. Ik kwam daar terecht via Joris Zwanenburg, een vriend van mij. Hij speelt er nu nog. Ik vroeg voor de grap of ze nog een middenspeler zochten. Ik heb daarop een paar keer meegetraind en mocht blijven. Dat ik me zelf bij Draisma Dynamo heb aangemeld, klopt ook. Toen m’n maatje Daan naar Apeldoorn ging, dacht ik bij mezelf: het is nu of nooit, en heb ik Redbad gebeld”, vertelt de 1,97 meter lange nieuweling hoe hij speler van de landskampioen werd.
Krook beleefde een ietwat onfortuinlijke entree. “Op de training raakte ik geblesseerd aan mijn meniscus. Ik voelde iets knakken. Er zat een scheurtje in. Pure pech. Via Dynamo ben ik heel snel geopereerd. Inmiddels kan ik weer wedstrijden spelen en ben ik voluit aan het trainen. Voordat ik m’n explosiviteit weer helemaal terug heb, gaat er nog wel wat tijd overheen. Dat kan nog wel enkele maanden duren.”
Het herstel van de operatieve ingreep verliep voorspoedig. De gewenning aan zijn nieuwe dagelijkse routine idem dito. “Bij VoCASA waren de trainingen meer op het team gericht. Veel zes tegen zes. Ook omdat je daar minder tijd hebt. Je hebt niet echt persoonlijke doelen. Dat is bij Draisma Dynamo anders. Hier sta je er niet om te staan, maar is alles gericht op beter worden. Er bewust mee bezig zijn. Ik wist eigenlijk niet zo goed wat ik ervan moest verwachten. Twee keer per dag trainen was nieuw voor mij. Maar het is wel heel vet. In juni en juli deden we alleen maar spelletjes. Vanaf augustus was het flink aanpoten. Toen lag ik ’s avonds op de bank en dacht ik echt: waar zijn we in vredesnaam aan begonnen. Ik had de hele week spierpijn. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.”
Dat hij het volleyballen combineert met school, maakt het voor Krook extra pittig. “Ik ben dit jaar begonnen met een studie interieurbouw, meubels maken. Daarvoor moet ik ook regelmatig op school zijn. Dat is aardig pittig en fysiek behoorlijk zwaar. Twintig uur trainen. Dertig uur naar school. Dat is meer dan een fulltime baan.”
Krook vindt het een voorrecht om bij Draisma Dynamo te mogen samenspelen met ervaren rotten van het kaliber Jeroen Rauwerdink. “In het begin kijk je best wel tegen zo iemand op. Maar later merk je dat Jeroen ook gewoon iemand is die tegen een grapje kan en met wie je vreselijk kunt lachen. Natuurlijk steek je veel op van een speler met zoveel ervaring. Reken maar dat hij het je laat weten als je de kantjes eraf loopt. Daan en ik zijn prima opgenomen in de groep. Feitelijk gaat zoiets vanzelf. Er hangt sowieso een heel leuke sfeer. Je merkt ook dat er best wel verbinding is met de vereniging. Het is fijn dat er ook weer publiek mag komen kijken. Van volle tribunes word ik wel blij. En als ze gaan zingen, zoals tegen Lycurgus, is het helemaal mooi.”
Zijn Europese debuut noemt hij het hoogtepunt van zijn eerste maanden in Apeldoornse dienst. “In zo’n Champions Leaguewedstrijd merk je dat alles harder, hoger en sneller gaat. Het mooie is wel dat je merkt dat je erin mee kunt. In Finland stond ik zelf ook voor het eerst langer in het veld. Daarvoor had ik, mede door het herstel na die operatie, alleen tegen VCN even kort mee mogen doen. Het smaakt naar meer.”
“Het is niet zo dat ik per se móet winnen van Lycurgus of Orion. Ik vind het al heel mooi dat ik dit mag meemaken. Ik heb zelf opgebeld. Ik wil die ervaring hebben. Ik wil het meemaken. En ik speel meer dan verwacht. Van Redbad krijg je echt een kans. In alles merk ik dat ik sterker en beter word en hoger spring. Je leert van elke training. Zelfs van nederlagen. Die uitschakeling voor de Champions League was een tegenvaller. Het is mooi om te zien hoe we ons daarna gewoon herpakken tegen Lycurgus”, geniet de voormaligeVoCASA-captain met volle teugen van het proces waarin hij meedraait.
Met VoCASA promoveerde Duco Krook in 2018 naar de eredivisie. In zijn korte verblijf in Apeldoorn heeft hij de Supercup inmiddels ook al op zijn cv mogen bijschrijven. En als het aan hem ligt, komen daar aan het einde van het seizoen nog een aantal prijzen bij. De middenman levert er met plezierzijn bijdrage aan. Of Draisma Dynamo zich in de strijd om de landstitel evenals vorig seizoen opnieuw alle concurrenten succesvol van het lijf kan houden, heeft het volgens Krook geheel in eigen hand. “We moeten doorgaan waar we mee bezig zijn. We zijn op de goede weg.”
Fotografie: Wout van Zoeren en Imré Csany