Een gebroken pink belemmerde dat Thomas van Bladel op de eerste speeldag van het seizoen voor Draisma Dynamo binnen de lijnen kon staan. Inmiddels vergaat het hem al veel beter en raakt de 21-jarige Limburger steeds beter ingeburgerd in Apeldoorn. Alleen aanvallend moet en mag de talentvolle passer/loper zichzelf beter gaan manifesteren, oordeelt hij over zijn eigen verbeterpunten.
Van Zuid-Limburg naar de hoofdstad van de Veluwe bleek toch een behoorlijke overgang, ondervond de van Limaxovergekomen nieuwkomer. Het kostte hem even tijd om te acclimatiseren. “Ik heb toch eerst wat moeten wennen. Het is voor mij de eerste keer dat ik buiten Limburg ben. Het is hier wat veeleisender, ze zitten er veel sneller bovenop. Ik wil niet zeggen dat het in Limburg liever is, maar alles gaat wel wat rustiger”, ervaart hij.
“Ik vind m’n eigen plek wel. Je moet eerst ook een beetje het clubgevoel krijgen. Bij de Apenheul en Paleis Het Loo ben ik nog niet geweest, maar ik ken inmiddels al behoorlijk de weg in Apeldoorn. Mijn vriendin woont in Barneveld. Dat is niet zo ver hier vandaan. Zij speelt in Dames 1 bij SSS”, vertelt hij hoe de aanwezigheid van zijn favoriete volleybalster op eentwintigtal autominuten van Apeldoorn verwijderd zijnaanpassing vergemakkelijkt.
Van Bladel groeide op in Haelen, niet ver van Roermond. Met volleyballen begon hij in het nabijgelegen Horn. “Ik zat eerst op voetbal. Toen m’n broer ging volleyballen, ging ik daar weleens kijken. Op een gegeven moment ben ik ook gaan volleyballen. Bij HHC Hornerhof was dat. Ik was denk ik een jaar of elf. Ik kreeg daar een heel goede opleiding. Ik deed al gauw mee aan RTC-trainingen en moest op de basisschool ook al vaak eerder weg om te kunnen trainen. Van Jongens-B ging ik naar Heren-1. Dat speelde derde divisie”, onderscheidde het talent zich al gauw.
Om zichzelf verder te ontwikkelen verkaste hij naar eerstedivisionist Revoc/VCB. “We hadden er een heel goed team. Ik heb daar twee jaar gezeten en veel speeltijd mogen maken. Ik trainde in die tijd ook op Papendal. Dat was inderdaad nogal ver weg. M’n moeder moest me telkens naar de trainingen brengen. Nee, voor het Talentteam ben ik nooit gevraagd. Ik ben naar Limax gegaan. Van het ene eerste divisie-team naar het andere”, verklaart de Limburger hoe hij bij de toonaangevende club in zijn provincie belandde.
Hij maakte de opkomst van Limax van nabij mee. “De ambitie was er al toen ik er kwam. Ze wilden naar de eredivisie. Ik ben blij dat ik er vier jaar heb mogen spelen. Vooral van Rob Bontje en Nico Freriks heb ik in het begin veel geleerd. Van Rob op mentaal vlak, van Nico qua aanval en pass. Ik heb de promotie naar de eredivisie meegemaakt. De bekerfinale van afgelopen seizoen tegen Orion was een andere mijlpaal voor de club. En ook die halve-finalereeks in de play-offs mag je best een hoogtepunt noemen. Dat was ook tegen Orion. We hebben net niet gewonnen, maar kwamen er wel heel dichtbij”, koestert Van Bladel zijn Limax-jaren.
Het fysieke ongemak dat hem in zijn laatste seizoen kwelde noemt hij een smetje. “Ik heb lang last gehad een enkelblessure. Alle banden waren aangetast en de spieren verslapt. Later bleek er ook nog een slijmbeursontsteking in te zitten. Pas aan het einde van het seizoen kon ik weer een paar wedstrijdjes meedoen. Als libero.”
Zijn talent bleef bij de keuzeheren van de Nevobo evenminonopgemerkt. “Ik stond op de longlist voor het Nederlands elftal. Ik kwam in een soort van voorselectie. Daarmee trainden we onder Henk-Jan Held. Piazza liet de jeugd ook wel spelen. Omdat ik afgelopen seizoen weinig gespeeld heb, was het niet zo vreemd dat ik afviel. Het zou mooi zijn om er in de toekomst bij te komen. Over twee of drie jaar misschien. Maar ik zal het zelf moeten laten zien”, hoopt de jeugdinternational door te kunnen groeien tot volwaardig Oranjeklant.
Deelname aan het EK voor spelers onder 22 jaar afgelopen zomer vond hij derhalve een waardevolle ervaring. “Dat was een heel mooi toernooi. Dat het in Nederland was, maakte het speciaal. Wat ook leuk was, was dat er nog vier andere spelers in de selectie zaten met wie ik nu bij Dynamo samenspeel. We hebben het goed gedaan door vierde te worden. Van die landen die boven ons eindigden (Frankrijk, Italië en Polen, red.) merkte je dat die jongens al veel meer gewend zijn om wedstrijden onder druk te spelen.”
Zijn overgang naar Draisma Dynamo was al ruim voor het EK beklonken. “Ik heb wel een aantal gesprekken gehad bij Limax. Ze konden me niet het vertrouwen geven dat ik veel zou gaan spelen. Ze wilden bovendien twee buitenlandse passer/lopers halen. Zulke jongens krijgen dan toch vaak de voorkeur. Redbad Strikwerda kwam na een wedstrijd naar me toe en zei dat het zonde was als ik met mijn talent weinig aan spelen zou toekomen. Er was ook contact met een paar clubs uit België. Maar ik wilde graag in Nederland blijven en onder Redbad trainen. Hij heeft in verleden al vaker laten zien dat hij jonge spelers een kans geeft en beter maakt”, is Van Bladel vol lof over de samenwerking met zijn nieuwe trainer.
“De voorbereiding was behoorlijk intensief, maar wel vergelijkbaar met hoe het bij Limax ging. Wel is het hier meer persoonlijk gericht. Sinds ik hier ben, gaat het passend en blokkerend al beter. Ik ben nog niet tevreden over hoe het aanvallend gaat. Het maken van keuzes van wat ik doe moet beter. Ook moet ik meer het lef hebben om vol door te halen”,weet hij dat hij nog niet aan z’n top zit.
Het missen van de eredivisiestart rangschikt Van Bladel onder de noemer pech. “Het gebeurde een dag voor onze eerste wedstrijd op de training. Freek de Weijer sloeg m’n pink helemaal weg. Gelukkig is het redelijk snel hersteld. Zowel met m’n pink als m’n enkel is het inmiddels weer in orde.”
Ondanks de ietwat tegenvallende resultaten blijft Van Bladel geloven in plaatsing voor de BeNe-Conference. “Op de trainingen ligt het niveau vaak heel hoog. Maar wat we op de trainingen laten zien, laten we niet zien in wedstrijden. Het is heel wisselvallig. De resultaten vallen tegen. In Huizen was het niet best, nee. Wij missen iemand die alle ballen erin slaat. Limax-uit was misschien nog wel erger. In die wedstrijd lukte ons helemaal niets, terwijl we in Huizen tenminste onze pass nog redelijk op orde hadden. Om de BeNe-Liga te halen, moeten we nu thuis wel van Limax winnen”, is hij zich bewust van het belang van de confrontatie met zijn voormalige club.
Met komende week op Cyprus de returnwedstrijd tegen Pafiakos Pafos in het verschiet mag Van Bladel met DraismaDynamo eveneens de illusie hebben verder komen in de CEV Cup. De sterke comeback in de thuiswedstrijd sterkt hetvertrouwen. “In de eerste twee sets kregen we geen grip op ze. Zij spelen heel ander volleybal dan dat we in de eredivisie gewend zijn. Het was zo snel en zo hard mogelijk slaan. Ze hadden bovendien een heel goede serve. Nu moeten we daar nog van ze zien te winnen. Dat is een mooie uitdaging.”
📸Wout van Zoeren