Onvoorziene omstandigheden daargelaten pakt Draisma Dynamo op Nieuwjaarsdag met een uitwedstrijd bij Amysoft Lycurgus de draad weer op.
Maar ook al staat Redbad Strikwerda met volleybal op en gaat hij ermee naar bed, de trainer van Draisma Dynamo weet al op voorhand dat het onmogelijk wordt om direct voort te borduren op de patronen waar hij tot oktober met zijn manschappen aan werkte.
“In de voorbereiding hebben wij het heel goed gedaan tegen sterke Duitse en Belgische tegenstanders. Het niveau dat we in die fase haalden, is nu helemaal weg. Dat gaan we dit seizoen ook niet meer inhalen. We zijn feitelijk een heel jaar kwijt.”
Bij de hervatting van de eredivisie kent de altijd uitgesproken trainer van Draisma Dynamo gemengde gevoelens. Strikwerda kan maar weinig begrip opbrengen voor hoe diverse topsportcompetities in Nederland tijdelijk werden stopgezet. De gedwongen periode van inactiviteit die volleybalclubs in de eredivisie de afgelopen maanden van overheidswege kreeg opgelegd, ergerde hem.
“Aan de ene kant ben ik blij dat we weer mogen spelen, aan de andere kant ben ik hoogst geïrriteerd dat wij als enige land in Europa moesten stoppen. Dít zijn echt drie weggegooide maanden geweest”, steekt hij zijn ongenoegen niet onder stoelen of banken in de week voorafgaand aan de topper in Groningen.
“Het beleid van onze regering haalt ons programma gewoon onderuit. Het gaat hier om topsport. Daar hebben we continuïteit voor nodig. En dat geldt niet alleen voor ons, maar ook voor handballers of hockeyers. Ik vertegenwoordig het belang van mijn beste spelers. Dan heb ik het over spelers die tegen het Nederlands team aanzitten en die klaar zijn om een stap naar het buitenland te maken. Deze regering ziet sport echter als een verlengstuk van het parochiehuis. Het staat op één lijn met kantklossen. Terwijl juist in deze pandemie sporten en verantwoord bewegen heel belangrijk zijn. We willen toch zeker gezonde en weerbare mensen hebben.”
Voor het voorbehoud dat bij sommige eredivisieclubs leeft om de competitie te hervatten heeft hij niettemin alle begrip.
“De verschillen met clubs met minder mogelijkheden worden steeds groter. Voor sommige teams heeft het veel impact. Je moet je wel iedere keer laten testen. Dat moet wel betaald worden. Ik neem geen enkele speler of club iets kwalijk. Ons budget maakt het ons mogelijk om wél elke dag te kunnen trainen. Andere clubs kunnen dat niet. Kijk je naar de eredivisie, dan kunnen we stellen dat Lycurgus, Dynamo, Orion en het Talentteam het goed voor elkaar hebben. Sliedrecht heeft het al wat lastiger, omdat het damesteam daar de voorkeur krijgt. Alles wat daar onder zit heeft niet de middelen waar wij wel over beschikken.”
Ondanks alle beperkingen heeft de Draisma Dynamo-selectie de voorbije weken en maanden geprobeerd van de nood een deugd te maken.
“We hebben elke doordeweekse dag doorgetraind. Hoe je bijvoorbeeld opendraait met aanvallen is op zich met twee of vier man prima te trainen. Vanaf de achttiende mochten we weer in groepsverband aan de slag. Maar omdat we moesten wachten op toestemming van de Veiligheidsregio, konden we pas een dag later in Omnisport terecht. We hebben bijna de hele vorige week getraind. Al met al hebben we er nu een traininkje of zeven of acht opzitten. We halen best wel een redelijk niveau, maar er is geen tijd om er in zo korte tijd van alles in te slijpen. Het beste is om het maar gewoon te doen.”
Fine tuning kost tijd, benadrukt Strikwerda. Tijd die hij eigenlijk niet heeft.
“We hebben dinsdag tegen het Talentteam geoefend. Op alle aspecten zijn wij beter, maar toch waren we in staat om met 3-2 te verliezen. Iedereen is hartstikke fit, daar ligt het probleem niet. We hebben de afgelopen maanden ook genoeg ballen aangeraakt. Alleen zie je dat het teamaspect wat is weggevallen. In een wedstrijd krijg je te maken met andere situaties dan tijdens het trainen met twee- of viertallen. Alleen dat al maakte het heel nuttig om weer eens met tien mensen in de wedstrijdstand te staan.”
Strikwerda hoopt uiteraard dat zijn ploeg vrijdagmiddag in Groningen winnend uit de startblokken schiet. Toch verbindt de Draisma Dynamo-coach verder weinig conclusies aan of zijn ploeg al dan niet een eerste speldenprikje kan uitdelen tegen een directe concurrent in de strijd om de landstitel. “Die wedstrijd is geen meetmoment of een serieuze weergave van hoe het zou kunnen gaan. Er valt niets te meten. Het is een start. Niet meer dan dat. Laat ons maar gewoon spelen.”
Strikwerda neemt het zoals het komt.
“Als ideaal plaatje was het misschien beter geweest om eerst een paar weken goed getraind te hebben en tegen wat minder sterke tegenstanders wat ritme te vinden. Toch zie ik er geen voor- of nadeel in om tegen Lycurgus te moeten beginnen. We hebben allebei dezelfde voorbereidingstijd gekregen. Misschien kon Lycurgus door hun wedstrijd voor de CEV Cup wat eerder met de teamtraining beginnen. Daar stond tegenover dat ze bij terugkeer uit Moskou enkele dagen in quarantaine moesten. Daardoor viel die voorsprong, voor zover daar al sprake van was, weer weg.”
Groeien in het seizoen is meer dan ooit noodzakelijk, oordeelt Strikwerda. “De eerste vier gaan verder in de kampioenspoule. Het is daarom zaak of bij die eerste vier te komen. Aangezien Dynamo de afgelopen twintig jaar steeds bij de eerste vier is geëindigd, ligt het voor de hand dat dat ook nu weer gaat lukken. Alleen ontbreekt het ons ditmaal aan een paar maanden inspeeltijd en bestaat niet de mogelijkheid om ruimte te geven aan het ontwikkelingsproces van team en spelers.”
Tekst: Rob Kruitbosch