Revalidatiejaar verloopt tot dusverre voorspoedig voor pechvogel De Ruijter

image0.jpeg

Bij de start van het huidige seizoen had Stijn de Ruijter vreemd genoeg meer landstitels op zijn conduitestaat staan dan eigenhandig gescoorde punten in de eredivisie. Nu er na ruim twee jaar blessureleed eindelijk weer beweging zit in zijn onwillige schouder, hoopt de nog altijd pas 19-jarige Drentse kolos – op 7 maart wordt hij twintig – ook actief een rol van betekenis te spelen in Draisma Dynamo’s jacht naar het derde kampioenschap in successie.

 

Terug naar zaterdag 12 november 2022. Draisma Dynamo gaat die bewuste avond in de eigen arena pijnlijk met de billen bloot. Na een 2-0 voorsprong in sets verliest het met 2-3 van VoCASA. Ondanks de tamelijk beschamende nederlaag viel er na afloop voor Stijn de Ruijter wat te vieren. Aan het eind van de tweede set mocht de talentvolle diagonaalspeler een aantal balwisselingen meedraaien. Dit betekende voor het lijdend voorwerp het begin van het einde van een lange lijdensweg. Twee operaties, twee landstitels en ruim 22 maanden nadat hij op de training zijn schouder uit de kom sloeg, kon de pechvogel eindelijk weer ervaren hoe het voelt om zelf binnen de lijnen te staan.

 

Bijna vier maanden later krijgt de hoofdrolspeler van die gedenkwaardige avond nog steeds kippenvel wanneer hij terugdenkt aan zijn eerste speelmomenten. “Ik had het niet verwacht. Het was niet van tevoren afgesproken. Gelukkigging het goed. Het voelde echt als een overwinning. Ik scoorde m’n eerste punt sinds ik bij Dynamo ben. Naar dat moment heb ik tweeënhalf jaar toegeleefd. Voor mij was het een geweldige avond. Maar het is nooit goed genoeg. Het kan altijd beter. Dat was ook het gevoel waarmee ik de volgende ochtend wakker werd.”

 

Stukje bij beetje zet het herstel zich verder door. Op zondag 8 januari volgde tegen RECO ZVH De Ruijters eerste volledige wedstrijd voor Draisma Dynamo in de eredivisie. “Bij die wedstrijd wist ik wel vooraf al dat ik zou gaan spelen. Dat maakt je wel een beetje zenuwachtig, maar ik ging dewedstrijd in met een gevoel van ‘we zien wel wat het wordt’. Wanneer het dan goed gaat, volgt na afloop wel even een ontlading. Je werkt zólang ergens naartoe. Dan voelt het natuurlijk top”, verklaart de patiënt dat hij ondanks de progressie van de afgelopen maanden toch op zijn hoede blijft voor nieuwe tegenslagen.

 

De Ruijter hinkt op twee gedachten: enerzijds volle bak willen gaan, anderzijds probeert hij toch zijn kwetsbare schouder te ontlasten. Ik heb in totaal twee operaties en vijf injecties gehad. Je kan nooit uitsluiten dat er nog een keer wat misgaat. Bij elk pijntje denk ik daar wel aan. Het kost me nu al drie jaar. Het blijft voor de rest van m’n carrière een aandachtspunt. Aan de ene kant wil je het maximale eruit halen. Aan de andere kant moet je rekening houden met die schouder. Ik moet daartussen de juiste balans zien te vinden.”

 

Een zekere onzekerheid blijft aan hem knagen, vertelt hij. “Je kan pas iets als je het gedaan hebt. De eerste tijd na die eerste operatie kon ik m’n arm niet eens optillen. Bij judoka’s bijvoorbeeld kunnen ze de arm dan vastzetten. Als volleyballer heb ik daar niets aan, omdat ik met mijn arm een hele swing moet kunnen maken. Artsen zeggen: je weet nooit of het helemaal goedkomt. De conclusie was dat het kapot was. Daar moet je het mee doen. En ergens houdt het natuurlijk ook een keer op met opereren.

 

De Ruijter noemt zijn revalidatie in mentaal opzicht misschien nog wel zwaarder dan de fysieke arbeid die hij moe(s)t leveren om weer te aanhaken aan zijn oude niveau. “Ik ben blij dat ik er doorheen gekomen ben. Ik kan wel zeggen dat revalideren niét leuk is. Ik heb voor die tweede operatie en injecties er weleens tegen opgezien om wéér zo’n traject in te gaan. Het is wel goed, denk je dan. Je moet juist niet gaan denken dat je nooit meer op niveau komt. Je moet gaan zoeken naar afleiding, naar dingen je wél leuk vindt. Die afleiding vond ik in mijn studie en mijn werk.

 

Hij is zowel trainer Redbad Strikwerda als zijn naasten dankbaar voor hoe ze hem altijd hebben gestimuleerd om niet op te geven. “Redbad is daarin best wel belangrijk geweest. Hetzelfde geldt voor m’n ouders en m’n vriendin. Als je een trainer hebt die zegt dat het niks meer wordt, dat helptnatuurlijk niet echt. Redbad heeft me er bij wijze van spreken doorheen gesleurd.

 

Langzaam gaat het de goede kant op, constateert hij. Ik train alweer een poosje voluit. Tot nu toe heb ik geen echte terugval gekend. Ik merk dat ik steeds vooruitga. Daar word je blij van. Af en toe zit er weleens een slechte dag tussen. Daar heb je verder zelf weinig invloed op. Je kunt er helemaal niets aan doen. Dat is puur fysiek. Waar ik aan merk dat het beter gaat is dat ik veel harder sla. Ik sla steeds meer en kan ook steeds vaker hogere kracht leveren. Ook ben ik weer begonnen met de sprongservice. Om die schouder sterker te maken doe ik extra krachttrainingen. Daarnaast crossfit ik nog. En de baltraining doe ik gewoon met de groepOm spelritme op te doen heb ik sinds december elke wedstrijd met Heren 2 meegedaan.

 

De Ruijter heeft dan al wel twee landskampioenschappen meegemaakt met Draisma Dynamo, voor het eerst leeft bij hem het gevoel zelf écht een actieve bijdrage te kunnen leveren aan de titelprolongatie. “De afspraak die is gemaakt, is dat we dit jaar zouden gebruiken als revalidatiejaar. Er komen vanaf nu alleen maar belangrijke wedstrijden. We zijn met drie dia’s. Als Martijn Brilhuis het in een wedstrijd eens niet voor elkaar heeft, dan kan Redbad mij inzetten. Nu ben ik inzetbaarals ik er sta. Vorig jaar was dat niet zo. Dat is wel een verschil.

📸Wout van Zoeren 

Ontvang een melding bij nieuwe berichten

Wij beschermen je privacy en delen je persoonsgegevens uitsluitend met derden die deze service mogelijk maken. Lees onze privacyverklaring.