Met Orion bereikte Freek de Weijer de afgelopen twee seizoenen de play-off finales. Ten koste van Draisma Dynamo veroverde de spelverdeler in 2017 in Doetinchemse dienst eveneens de nationale beker. Terug in Apeldoorn snakt de 23-jarige Brabander ernaar om zo’n beslissende best-of-five serie in de titelstrijd ook eens als winnaar af te sluiten. “Het uiteindelijke doel is landskampioen worden.”
Door de recente nederlagen bij landskampioen Lycurgus en bekerwinnaar Taurus laat De Weijer zich niet uit het veld slaan. “Ik ga ervan uit dat die nederlaag bij Taurus een incident was. Het gaat tot dusverre moeizaam, dat klopt. We zijn nog zoekende. Blessures mogen geen excuus zijn. Maar ik blijf er alle vertrouwen in houden. Ik ben er van overtuigd dat wij het niveau hebben om óók Lycurgus te verslaan. Alleen zijn we op dit moment nog niet goed genoeg. Het is lastig om te meten waar we staan. Het einde van het jaar is het enige meetpunt.”
Als spelverdeler moet hij in fracties van seconden beslissen wat hij doet. De juiste keuzes maken. Zijn aanvallers bedienen. Sturing geven aan het team. Bij zijn besluit om voor aanvang van het huidige seizoen terug te keren in de Draisma Dynamo Arena volgde Freek de Weijer vooral zijn intuïtie. “Ik heb gekozen voor mijn gevoel. Dat was doorslaggevend. Misschien had ik dit seizoen bij Orion wel meer kunnen spelen dan hier. Maar ik weet wat ik bij Dynamo heb en wat ik kan verwachten”, legt De Weijer uit dat hij op het oude nest tot nieuwe hoogten wil reiken.
De destijds 18-jarige spelverdeler van Jong Oranje en Next Volley Dordrecht kwam in 2014 voor het eerst naar Apeldoorn. Na twee seizoenen als stand-in van Bart van Garderen week het talent uit naar de Achterhoek. Bij nader inzien een keuze die voor De Weijer prima uitpakte. “Ik heb twee prachtige seizoenen gehad bij Orion. We hadden een leuk en hecht team. Ik heb veel gespeeld. Ik had een goede concurrent. In mijn eerste seizoen wonnen we de beker. Van Dynamo, ja. Twee keer hebben we de finale van de play-offs gehaald. Vorig jaar sleepten we er zelfs een vijfde wedstrijd uit. We waren er dicht bij”, is de voormalige Orion-volleyballer vastbesloten met Draisma Dynamo een hernieuwde gooi te doen naar de landstitel.
Die ‘extra bagage’ die hij mee terugbracht uit Doetinchem komt De Weijer goed van pas bij de missie waar hij zo’n drie maanden geleden aan begon. Ondanks zijn relatief jonge leeftijd begint de volleyballer uit Berkel-Enschot al weer aan zijn vijfde seizoen in de eredivisie. “Het is nu wel anders, ja. Vier jaar geleden kwam ik hier zonder ervaring binnen. Ik zag een heleboel dingen nog niet echt. Inmiddels speel ik iets langer op een hoger niveau. Ik heb meer ervaring. Ik haal een stabieler niveau. Aan mezelf merk ik dat ik iets meer uitgesproken ben geworden in mijn mening. Iets meer een leider in het veld. Ik zal tegenwoordig andere keuzes maken dan eerst.”
De rolverdeling bij de spelverdeling is voor De Weijer duidelijk. Bart van Garderen en hijzelf moeten Draisma Dynamo in het huidige seizoen in eendrachtige samenwerking naar het beoogde peil tillen. “Ik wil alles spelen. Maar je weet bij Redbad van tevoren dat iedereen laat spelen. Zowel individueel als qua team moet het beter worden. Daar moet iedereen z’n steentje aan bijdragen. Bart en ik zijn dan wel concurrenten, maar we helpen elkaar en vullen elkaar goed aan. Dat vind ik fijn. Zo ging het bij Orion met Stijn Held ook. Bart en ik zijn als spelverdeler heel andere types. Hij is wat rustiger. Ik ben iemand die er wat meer risico’s in legt”, denkt de vierdejaars student commerciële economie altijd aan het teambelang.
Dat zijn trainer hem bij de teampresentatie een toekomstig international noemde streelde De Weijers ego. Dat bondscoach Gido Vermeulen hem aan het begin van de zomer opnam in de voorselectie voor het Nederlands team bewijst evenzeer dat hij op de goede weg is. “Ik heb niet met de selectie meegetraind. In principe was Stijn Held derde spelverdeler. Om er in de toekomst misschien wel bij te komen moet ik nóg harder trainen. Het gaat niet vanzelf. Ik moet doorgaan waar ik mee bezig was en ben.”
Gezien zijn leeftijd heeft De Weijer nog een hele carrière voor zich. Hij moet zich op de huidige voet blijven verder ontwikkelen, zo redeneert de spelverdeler. Het spelen van veel wedstrijden op topniveau brengt Oranje en het buitenland steeds dichterbij. “Spelverdelers komen vaak langzaam op gang. Het is een vak waar je veel ervaring voor nodig hebt. Het lijkt me wel mooi om in de toekomst ooit in een sterkere competitie te spelen. Dat ambieer ik zeker. In de Nederlandse competitie doe je minder ervaring op tegen sterkere tegenstanders. In het buitenland moet je elke wedstrijd vol aan de bak.”