Ruim vijf jaar geleden zette Niek Tijhuis een punt achter zijn Pabo-opleiding om te gaan reizen in Australië. Down Under leerde de avonturier zichzelf beter kennen. Waar zijn eindbestemming ligt in het alledaagse bestaan, dat probeert de middelste van de drie volleyballende Tijhuis-broers op 24-jarige leeftijd nog altijd uit te vinden. Met het volleyballen als constante factor en welkome afleiding bij die aanhoudende zoektocht.
De Apeldoorner, die in de zomer van Topdivisionist Reflex uit Kampen naar Draisma Dynamo kwam, combineert het volleyballen momenteel met een studie Tourism Management op Hogeschool Saxion. “School staat voorop. Ik kan daardoor weleens een training missen. Op zich is de combinatie goed te doen. Ik zit in m’n laatste jaar. Dan heb je niet echt veel colleges. In februari mag ik beginnen met afstuderen. Halverwege juni klaar zijn is m’n doel”, geeft de student aan waar hij naartoe werkt.
En dan? Sinds de zeven maanden waarin hij in Australië verbleef gaat zijn ontdekkingsreis door het leven onverminderd voort. “Als ik ben afgestudeerd, moet ik gaan kiezen waar ik met m’n leven heen wil. Met m’n studie kan ik alle kanten op in de ‘gastvrijheidssector’. Ik zou ooit wel weer willen gaan reizen. Het kan ook maar zo zijn dat ik nog een jaar blijf volleyballen. Wat ik wil, is mijn eeuwige vraag. Ik hou niet heel erg van vooruitplannen.”
Met volleyballen begon de 1,92 meter lange libero bij Alterno. “Omdat mijn oudste broer Daan daar volleybalde, ben ik er ook gaan kijken. Later ging Sjors er ook spelen. Mijn vader zat jarenlang in het bestuur. Iedereen kende bij Alterno wel een Tijhuis. Tot m’n achttiende ben ik er gebleven. Onder Jeroen Monshouwer maakte ik m’n eredivisiedebuut. Ik was vierde passer/loper, maar ik mocht wel meedoen in de uitwedstrijd tegen Dynamo. We verloren met 3-1. In de jeugd was het al groen tegen geel. Het was een beetje Ajax-Feyenoord-achtig. Ik had zelfs een hekel aan gele ballen…”, denkt de voormalige ‘Alternoot’ met veel plezier terug aan de gezonde rivaliteit tussen de beide Apeldoornsevolleybalgrootmachten.
Bij Coniche Topvolleybal Zwolle, waar hij zijn volleyballoopbaan na zijn Australische uitstapje hervatte, maakte Tijhuis deel uit van een zelfsturende formatie zonder coach. “Thijs van Noorden belde mij toen ik op Texel zat. Daar heb ik ook een tijdje gewerkt. Ik zag het voor mezelf als een uitdaging. Ik zeg altijd dat ik in Zwolle heel veel geleerd heb, maar weinig op volleybaltechnisch gebied. Bij Zwolle speelde ik ook voor het eerst als libero. Spelen als passer/loper vind ik diverser, als libero was het zoeken naar voldoening. Als libero heb je maar twee taken: verdedigen en passen. Al kan ik ontzettend genieten van een mooie redding of pass.
Zijn eerste kennismaking met Niels Lipke, de andere libero uit de huidige Draisma Dynamo-selectie, stamt eveneens uit gezamenlijke Zwolse tijden. “Het leuke was dat Niels toen al met ons meetrainde. Toen ik daarna naar Kampen ben gegaan, ging Niels daar ook naartoe. Nu kom ik hem hier weer tegen. Het is logisch dat Niels meer speelt dan ik. Ik wist van tevoren dat dat zo zou zijn. Niels is nou eenmaal een betere libero dan ik. Ik ben blij met de momenten die Redbad me laat spelen.”
Van de top van de Topdivisie naar de top van de eredivisie is toch een behoorlijke overstap, zo ondervond hij aan den lijve. “Ik ben er zonder verwachtingen ingegaan. Ik moest wel vol gas aan de gang. De spierpijn in het begin van de voorbereiding was ongekend. Ik ging van twee keer in de week trainen naar tien keer. Dat is zwaar. Maar ik heb vrij snel m’n draai gevonden. Ik merk dat ik sterker ben geworden sinds ik bij Draisma Dynamo ben. Vooral mentaal”, oordeelt hij.
Tijhuis vond het desondanks wel lekker om rond de jaarwisseling wat gas terug te kunnen nemen. “Dat geeft wat rust. De laatste periode voor de Kerst was ik ook druk met school. Daarom was het wel fijn om het volleyballen even los te laten.”
Fysiek ongemak bleef de nieuwkomer in zijn eerste maanden niet bespaard. “Op de donderdag na de thuiswedstrijd tegen Strumica brak ik op de training het middenhandsbeentje in m’n rechterhand. Daardoor ben ik zes weken uit de running geweest. Het was gelukkig een mooie breuk. Ik kan nu weer zonder tape en bandjes spelen. Het is weer helemaal genezen. Voor Sjors was 2022 ook zo’n blessurejaar. Nee, het zit niet in de familie. In al die jaren dat ik volleybal ben ik nooit langdurig geblesseerd geweest. Dit was pure pech.”
De wens om teamgenoot te zijn met zijn tweeënhalf jaar jongere broer(tje) Sjors ging wel in vervulling. “We hadden niet verwacht dat het op zo korte termijn zou gebeuren. Toen ik Sjors vertelde over het appje waarin Redbad mij polste om te praten over een overgang naar Dynamo, zei hij: gewoon doen. Ons contact is altijd goed geweest. Ook toen ik niet in Apeldoorn woonde. We hebben ook een beetje dezelfde humor. Nu zien we elkaar dagelijks.”
Niek Tijhuis is overtuigd dat Draisma Dynamo het eindejaarsdipje van 2022 niet meeneemt het nieuwe jaar in. “De heldere feedback van Redbad zet iedereen weer op scherp. Misschien is het wel een periode wat rommelig geweest in onze hoofden, maar we zitten alweer in een stijgende lijn. We moeten twee dingen doen: scherp zijn op afspraken én jezelf laten horen. Je mag best fel zijn als iemand iets niet goed doet, maar dan wel zo dat een ander daar wat aan heeft.”
De recente nederlaag tegen Lycurgus voor de Supercup verandert voor Tijhuis II weinig aan de sportieve doelstellingen voor het actuele volleybaljaar. “Dat we van Lycurgus verloren, daar mogen we van balen. Maar er zijn dit seizoen nog steeds twee prijzen die voor het grijpen zijn. Omdat ik relatief nieuw ben, besef ik misschien nog niet helemaal dat we die prijzen gewoon kunnen pakken. Natuurlijk wil ik graag dat er nog zo’n banner aan de muur bij komt te hangen. Ik hoop dat ik daar een bijdrage aan kan leveren”
📸Wout van Zoeren