Het begin van zijn loopbaan bij Draisma Dynamo verloopt voor Jelle Bosma anders dan hij zich had voorgesteld. Een ontstoken pees in de knie dwingt de 19-jarige middenaanvaller al maandenlang tot toekijken. Hoewel het langzaam de goede kant opgaat, pint de jeugdinternational zich nog niet vast op een tijdstip waarop hij weer in wedstrijdverband kan opdraven. Voorlopig maakt de Benjamin van de selectie zich daarom vooral buiten de lijnen nuttig. “Ik mag de wastas doen.”
Toch lijkt het einde van een lange lijdensweg langzaam in zicht te komen voor de 2,07 meter lange Apeldoorner, die in de zomer samen met spelverdeler Sil Meijs van het Talentteam Papendal de selectie van de landskampioen kwam versterken. “We gaan een programma opstellen om weer wedstrijdfit te worden”, verklaart de patiënt hoe zijn weg naar beterschap er de komende weken en maanden uitziet.
Het fysieke malheur begon vorig seizoen voor de oud-jeugdspeler van Alterno en SV Dynamo. “Ik kreeg een peesontsteking. Dat leidde tot allerlei irritaties. Op een gegeven moment had ik zoveel pijn dat ik thuis de trap niet meer op kwam. Té veel belasting was het probleem. Met Jong Oranje heb ik tegen Bulgarije op het EK-kwalificatietoernooi voor het laatst een wedstrijd gespeeld. Inmiddels is dat al meer dan acht maanden geleden.”
Zoals altijd komt ellende ongelegen. In de nationale jeugdteams was Bosma juist uitstekend op dreef. Bondscoach Piazza ruimde zelfs een plekje voor hem in op de longlist voor het ‘grote’ Oranje. “Het klinkt misschien raar, maar de eredivisie interesseerde me niet zo. Ik wilde internationaal presteren. Het hele jaar focus je je daarop en dan gaat door zo’n blessure je hele zomer naar de knoppen. Ik had ook kans gemaakt om met Oranje o22 naar het EK in Polen mee te mogen, maar dat ging dus ook niet door. Gezien mijn leeftijd kan ik in de toekomst hopelijk nog wel een keer met de o22 zo’n toernooi meemaken.”
Voor zover het kon deed de nieuweling in de zomermaanden al het mogelijke om zich optimaal voor te voorbereiden op zijn terugkeer op het oude nest. “Op Papendal heb ik veel gelopen op de atletiekbaan. Ik heb daarnaast veel krachttraining gedaan. Het was puur belasting. Ik heb geen bal aangeraakt. Achteraf gezien had ik misschien eerder rust moeten nemen. Doordat er bij het Talentteam maar twee spelers op mijn positie waren, wist ik dat ik heel veel zou gaan spelen. Dan ga je door. Er is gebleken dat ik daar niet belastbaar genoeg voor was. Zoiets gaat mij in de toekomst niet meer overkomen. Ontstekingen zijn heel eenvoudig te voorkomen. Ik moet nu fit worden. Ik ben blij dat Dynamo mij daarvoor de kans geeft.”
Zijn integratie verloopt desondanks voorspoedig. “Ik ben er wel gewoon elke wedstrijd bij geweest. Anders val je buiten de boot. Het is hoe dan ook heel frustrerend om niet te spelen. Ik zou het graag willen, maar het kan nog niet. Het is afwachten hoe lang het gaat duren voordat ik wedstrijdfit ben. Het is vooral een kwestie van rust. Zelf zou ik al wel wat meer willen doen. Maar zoals Redbad Strikwerda zegt, is het belangrijker dat ik over vijftien jaar nog kan functioneren.”
Bosma is onder de indruk van hoe zijn medespelers het volleybal beleven. “Vorig seizoen heb ik best veel wedstrijden van Draisma Dynamo gezien. Je zag het team echt groeien. Aan het einde van het seizoen waren ze duidelijk verder dan in het begin. Ik merk hoe gedreven die gasten zijn. Er wordt echt heel hard getraind. Iedereen moet werken voor het team. Als iemand dat niet doet, wordt dat niet gewaardeerd. De groep is jong. Nu Tijmen Laane is weggevallen door zijn blessure, is Ramon Martinez feitelijk de enige met ervaring. Daardoor schommelt het dit seizoen nogal qua resultaten. Dat wisselvallige zag je bij het Talentteam misschien nog wel meer. De oudste daar was 21. Totdat ik die fysieke ongemakken kreeg, kon ik het bij het Talentteam altijd vrij makkelijk aan.”
In de Draisma Dynamo Arena gaat de Apeldoorner een volgende fase van zijn volleybalcarrière in. “Je kunt niet zeggen dat het bij Dynamo beter is. Bij het Talentteam was ook alles prima geregeld. Het is wel anders. Het gaat een stapje verder. De aanpak is mooi. Je hebt te maken met vrijwilligers die alles neerzetten. Er staat een vereniging achter. Dat heb je bij het Talentteam niet. Daar is alles puur gericht op het opleiden. De visie van Redbad spreekt me heel erg aan. Hij wil spelers naar het nationale team brengen. Daar wil ik ook naartoe.”
Ondanks dat zijn debuut nog op zich laat wachten inhaleert Bosma gretig alle nieuwe ervaringen die hij opdoet. “Voor de Europa Cup ben ik mee geweest naar Belchatow. Ik heb er niet mogen spelen. Toch vond ik het heel indrukwekkend om mee te maken. Die hele hal zat vol. Dat publiek was echt fanatiek. Dát is wat je wil. Bij thuiswedstrijden van Draisma Dynamo komen ook veel meer mensen kijken dan bij het Talentteam. Bij onze thuiswedstrijden in Ede zaten er alleen vaders, moeders, vrienden en bekenden op de tribune.”
Het talent biecht eerlijk op dat het niet altijd meevalt om rustig aan te doen en geduldig te moeten wachten totdat het lichaam weer honderd procent meewerkt. “Er zijn momenten geweest waarop ik gezegd heb dat ik ermee kap. Maar ik heb nou eenmaal gekozen voor dit traject en ik wil het ook afmaken. Als het niet genoeg is, dan is dat zo. De kansen die ik krijg, wil ik grijpen. En soms heb je niet zoveel te willen. Bij Alterno heb ik geleerd dat als er iets van je gevraagd wordt, je dat ook doet. Als je iets echt wilt, dan móet je mee. Ik ben pas negentien. Ik ben er nog lang niet.”
De Benjamin van de selectie kwijt zich zodoende vol overgave van de taken die hij wél kan verrichten. “Ik ben de jongste van het team. Stijn de Ruijter is één dag ouder dan ik. Daarom mag ik de wastas doen. Na elke wedstrijd moet ik de tenues wassen en hangen bij mij thuis shirtjes te drogen.”
Foto: Rudy Biekart