Jack Williams weet nu al met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat hij zijn ultieme sportieve droom nooit zal verwezenlijken. In plaats van Olympisch goud veroveren met het nationale volleybalteam van Engeland noemt de vandaag 24 jaar geworden diagonaalspeler eremetaal van Nederlandse makelij een alleszins aanvaardbaar alternatief.
Zijn geboorteland mag dan wel de bakermat zijn van een groot aantal populaire sporten, het volleybal staat aan de overzijde van de Noordzee een stuk minder hoog aangeschreven bij het grote publiek en kapitaalkrachtige sponsors. “Ik schat dat ik zo’n twintig keer voor het nationale team heb gespeeld, maar er is geen geld. There’s no funding. Het zou een droom zijn om mee te doen aan de Olympische Spelen. Dat gaat echter niet gebeuren. Wij gaan nooit Olympisch goud pakken”, richt de nieuweling van Draisma Dynamo zich daarom met ‘Team England’ bij gebrek aan beter op deelname aan de Novotel Cup, een vierlandentoernooi dat rond de jaarwisseling in Luxemburg plaatsvindt.
Little Jack gooide in zijn jeugdjaren zijn hele ziel en zaligheid in het rugby, zo’n typische Engelse sport. Hoewel hij zich behoorlijk staande hield tussen de rauwdouwers, voelt hij zich met een ronde bal en een net tussen de tegenstanders meer op z’n gemak. “Ik heb tot m’n zeventiende gerugbyd, maar ik kreeg last van blessures. Terwijl anderen groter en sterker werden, werd ik alleen maar langer”, vertelt de 1,98 meter lange Williams hoe hij gaandeweg doorgroeide als volleyballer.
Via de universiteitsteams van Wessex en Sheffield Hallam belandde Williams bij IBB Polonia London, zowel in 2017 als 2019 tegenstander van Draisma Dynamo in de Challenge Cup. Uit die Pools-Londense periode dateert ook zijn eerste kennismaking met Nederland. In de 32e finales van de CEV Cup strandde het IBB Polonia van Williams en Ramon Martinez-Gion tegen Active Living Orion. Met de selectie van het Engelse filiaal verbleef hij daarnaast geruime tijd in Belchatow. In Polen ondervond hij aan den lijve hoe professioneel volleybal wordt bedreven. “We hebben er drie maanden gezeten. Dat was een heel mooie ervaring”, vertelt de volleyballer uit Bournemouth hoe hij niet veel later zelf zijn sportieve grenzen verlegde naar het Europese vasteland.
In het kielzog van zijn Ierse ploeggenoot Ryan Poole verhuisde Jack Williams in het najaar van 2021 naar Nederland. Het naar de eredivisie gepromoveerde Limax werd zijn nieuwe werkgever. Al kwam er in dat eerste jaar in Limburgse dienst van volleyballen weinig terecht voor de Engelsman. Gedoe rond visa en een werkvergunning hield hem geruime tijd langs de kant. “Allemaal vanwege die stomme Brexit. Dat was heel vervelend en very stressfull”, ergert het lijdend voorwerp zich ruim twee jaar na dato nog altijd aan de vertragende werking van de bureaucratische molen.
Sportief haalde de fervente Chelsea-supporter de schade van alle misgelopen speeltijd het afgelopen seizoen dubbel en dwars in. De diagonaalspeler timmerde in de eredivisie flink aan de weg met de ambitieuze Limburgse club. Al leidde dat uiteindelijk niet tot een prijs. Met Limax strandde hij in de kampioenspoule. “We hebben een goed seizoen gedraaid, up to a certain level. Natuurlijk wilden we wel naar de finale. Alleen liep het in de play-offs niet meer zoals zou moeten. Misschien duurde het seizoen wel net iets te lang”, kwam het voor Williams niet als verrassing dat Limax in de eindsprint tekortschoot.
Aan zijn optredens in De Roerparel bewaart de Brit mooie herinneringen. De voormalige Limax-crack kan zich evenwel goed voorstellen dat tegenstanders zich mateloos storen aan het lage dak van het knusse halletje in Sint-Odiliënberg. “Je kan er niet normaal volleyballen. Ik speel ook liever in een hogere hal. De Gala-ballen waarmee Limax speelt hadden eveneens invloed. Het hielp ons wel, moet ik zeggen. Ik heb veel aces geslagen die ik anders nooit geslagen zou hebben”, reageert Williams lachend wanneer het vermeende ‘thuisvoordeel’ van de Limburgse eredivisieclub ter sprake komt.
In de Draisma Dynamo Arena, zijn nieuwe werkomgeving, heeft hij weinig aan te merken op de faciliteiten. Toen Martijn Brilhuis naar Limax vertrok, maakte Williams de overstap in omgekeerde richting. Die verhuizing heeft hij nog geen moment betreurt. Los van wat storende zaken van administratieve aard waar hij bij zijn komst naar Apeldoorn opnieuw mee te maken kreeg, heeft hij zijn draai snel gevonden. “Vooral die Supercupwedstrijd vond ik ongelooflijk. Het was mooi om voor zoveel publiek te spelen. Het leverde ons nog een trofee op ook. Ik geloof dat ik op mijn achttiende voor het laatst een prijs had gewonnen”, verklaart de Supercupwinnaar hoe hij bij zijn officiële debuut meteen met de neus in de boter viel.
Raakte hij bij zijn vorige club gewend aan een laag plafond, onder de bezielende leiding van Redbad Strikwerda wil de Draisma Dynamo-nieuweling de komende maanden zijn eigen sportieve plafond juist verder verhogen. “Ik moet vooral constanter worden. En zo zijn er wel meer dingen die beter kunnen. Als alles perfect zou zijn, dan had ik nu misschien wel in Belchatow gespeeld. Redbad is iemand die mij beter kan maken. Hij is uniek in hoe hij training geeft. Maar ook van Freek de Weijer, Gijs van Solkema of Maikel van Zeist steek ik veel op. Zoals ik bij Limax veel leerde van Nico Freriks en Rob Bontje. Die jongens hebben al zoveel meegemaakt”, zegt rookie Williams veel baat te hebben bij de wijze raad van ervaren medespelers.
Hij baalt daarom dat uitgerekend bij de recente CL-kwalificatievierkamp in Oostenrijk alle goede voornemens niet in daden konden worden omgezet. “Of het kwam door de druk of misschien wel door de reis, ik weet niet waaraan het lag. We weten dat we beter kunnen. Vooral serverend liep het moeizaam. Zelf speelde ik op vrijdag tegen Sastamala heel slecht. Dat was niet mijn dag”, noemt Williams de trip naar Innsbruck desondanks een bijzonder leerzame ervaring.
Het ophangen van de banner van de recente Supercupwinst aan de muur van de Draisma Dynamo Arena maakte veel indruk op hem. De wetenschap dat er wat betreft Olympisch goud met zijn nationale team sprake is van een mission impossible, versterkt het verlangen om in het voorjaar van 2024 nog twee keer zo’n ceremonie mee te maken.
Dat Draisma Dynamo in de achtste finales gekoppeld is aan zijn oude club geeft voor Williams een pikant tintje aan de start van het bekertoernooi. “Ik heb hele goede vrienden overgehouden aan mijn tijd bij Limax, maar die wedstrijd wil ik absoluut winnen”, klinkt het stellig.
Op de vraag waarom hij denkt dat Draisma Dynamo de landstitel kan prolongeren, hoeft hij evenmin lang na te denken over een antwoord. “Als wij kampioen worden, komt dat omdat wij de beste coach hebben. Wij moeten het natuurlijk als spelers zelf doen, maar Redbad maakt ons wel beter.”
📸Wout van Zoeren