Zijn eerste punten moet hij nog maken, toch wil Thomas Sleurink in het zojuist begonnen seizoen 2024-2025 belangrijk worden voor Draisma Dynamo. De 20-jarige nieuwkomer wil zich in Apeldoorn onderscheiden met daden. “Ik wil het beste van mezelf laten zien”, is de 2,04 meter lange diagonaalspeler vastberaden om zichzelf in de kijker te spelen.
Het kanon uit Kampen staat op scherp. Met Sjors Tijhuis mag hij het op de diagonaalpositie uitvechten. Niet alleen kunnen ze elkaar naar grote hoogten stuwen, hun enigszins van elkaar afwijkende speelstijl brengt tevens meer variatie in het aanvalsspel van Draisma Dynamo. “Sjors doet het uitstekend. Hij speelt wat sneller dan ik. Zelf ben ik wat meer van de hamer en de mokerslagen. Het liefst sla ik de ballen er zo hard mogelijk in”, karakteriseert Sleurink zijn eigen spel.
Hij kreeg het volleybaltalent niet van een vreemde. Vader Kees speelde in het verleden met de hoofdmacht van Reflex in de eredivisie. Zonen Thomas en Lukas traden in zijn voetsporen. “Ik ben samen met mijn broertje begonnen bij de mini’s”, vertelt de oudste van het tweetal hoe beide broers eveneens bij Reflex de grondbeginselen van het volleybal bijgebracht kregen. De jongste Sleurink, vorig seizoen nog actief in het Talentteam Papendal, volleybalt dit jaar voor Sudosa in de nieuwe Superdivisie.
Wat goed is, komt doorgaans snel. Al moest de oudste van het talentvolle duo wel eerst naar Hoogeveen overstappen om bij de senioren aan spelen toe te komen. “Bij Reflex trainde ik op 12- of 13-jarige leeftijd al mee. Ik heb daar nooit in het eerste gespeeld. Bij Olhaco kreeg ik die kans wel. In Hoogeveen heb m’n eerste échte wedstrijden in de Topdivisie gespeeld. Helaas was dat in coronatijd. Daardoor heb ik er al met al weinig gespeeld. Wel betekende het voor mij een eerste stap naar waar ik nu ben.”
Van het tweejarig verblijf bij het Talentteam dat daarop volgde, zegt Sleurink met name in technische zin veel te hebben opgestoken. “Ik heb daar heel veel geleerd over hoe het spel gespeeld moet worden. Na die twee jaar was het bij het Talentteam wel klaar voor mij en ging ik naar Lycurgus. Dat vond ik altijd een mooie club.”
Bij Lycurgus kreeg Sleurink te maken met het móeten winnen van wedstrijden. Een doorbraak bleef uit. Van zijn tweejarige contract diende hij er slechts één uit. De komst van techbedrijf Nova als nieuwe geldschieter deed zijn sportieve perspectieven veranderden. “Met de nieuwe investeerder kwam er nieuw geld. We gaan goede spelers halen, kreeg ik te horen. Ik mocht wel blijven, maar het kwam erop neer dat ik weinig zou spelen. Tsja, en dan ga je de opties bekijken voor jezelf en kijken waar je jezelf het beste kan ontwikkelen”, kwam hij tot de conclusie dat hij in Apeldoorn meer kans op speeltijd zou krijgen.
Sleurink kijkt terug op een leerzaam seizoen in het hoge noorden. Vanwege wat de club omschreef als ‘schending van de intern geldende codes voor de topsport’ werden hij en teamgenoot Arjan Westra eind februari zelfs tijdelijk uit de selectie gezet. Over wat hij precies misdaan heeft, houdt hij zich op de vlakte. “Ik zat wel in de fout, ja. Je bent jong en soms doe je dan weleens dingen die je beter niet kunt doen. Daardoor ben ik voor een weekje geschorst. Maar dat is gebeurd”, rangschikt de zondaar zijn misstap onder de noemer jeugdige onbezonnenheid.
Sportief liep het evenmin zoals gewenst. In de halve finales van de play-offs versperde uitgerekend Draisma Dynamo Lycurgus de doortocht naar de eindstrijd. Na een 2-0 voorsprong in the-best-of-five serie stonden de ambitieuze Groningers al met één been in de finale. Zoals genoegzaam bekend ging het alsnog mis. De weer in genade aangenomen Sleurink stond zich langs de kant als wisselspeler te verbijten. “Ik heb eigenlijk niets gespeeld in die wedstrijden. Lycurgus had Kay van Dijk erbij gehaald. Maar ook met hem erbij redden ze het niet. Ik hoop dat ik als ik 40 ben ook nog zo presteer als hij”, spreekt Sleurink vol bewondering over hoe de gereactiveerde veteraan Lycurgus over de drempel probeerde te helpen.
Deelname aan het Europees Kampioenschap onder 22 in eigen land betekende voor de jeugdinternational een mooie opwarmer voor zijn nieuwe uitdaging bij Draisma Dynamo. “Ik had al wel eens eerder toernooien in het buitenland gespeeld, maar ditmaal ging het echt om de prijzen”, kan hij twee maanden na dato vrede hebben met Oranje o22’s verdienstelijke vierde plaats in de eindklassering.
Er had zelfs meer ingezeten, vindt hij. Het brons lonkte. “Je wilt dat podium op. In die verliezersfinale tegen Polen sta je met 2-0 voor. Toch was het mooi om mee te maken. We begonnen op 24 aprilal aan de voorbereiding. De koppies stonden allemaal dezelfde kant op. Omdat het in Nederland was, was iedereen extra gedreven om wat moois te laten zien.”
Hoe kijkt hij naar zijn eigen EK-optreden? “Het kan altijd beter. Ik ben op zich wel tevreden, maar ook weer niet helemaal.”
In de Draisma Dynamo Arena krijgt Sleurink de kans om een volgende stap omhoog te zetten. Zijn acclimatisering verloopt zonder noemenswaardige problemen. Met vier mede-EK-gangers trof hij al de nodige oude bekenden. “Ik vind het niet moeilijk om me in een nieuwe groep aan te passen. Het zijn prima gasten allemaal. Je wilt allemaal hetzelfde. De voorbereiding viel me mee. Het was wel vergelijkbaar met vorig seizoen bij Lycurgus. Ik denk we al grote stappen gezet hebben. Je begint met niets. Er is geen afstemming. Inmiddels merk je dat het al steeds beter begint te lopen.”
Zowel in de Betcity Eredivisie, Europees als in een eventuele BeNe-Conference wil de ambitieuze Kampenaar goed voor de dag komen met Draisma Dynamo. “Om mee te doen aan die BenNe-Liga moeten we bij de eerste vier eindigen in de Eredivisie. Dat moet je wel eerst even doen. In de voorbereiding speelden we tegen Maaseik en Achel. Dat zijn leuke teams om tegen te spelen. We gaan zien wat het wordt.”
De verwachtingen voor een succesvol jaar in de Betcity Eredivisie zijn in elk geval hooggespannen. “Ik ben wel nieuwsgierig naar Huizen. Ik ben benieuwd naar wat zij kunnen. De favoriet? Ik denk dat Lycurgus op papier het beste team heeft. Op papier ziet het er bij Orion ook goed uit. Maar wij zijn óók goed”, gelooft een strijdlustige Sleurink dat Draisma Dynamo in het seizoen 2024-2025 andermaal een ploeg heeft om rekening mee te houden.
📸Wout van Zoeren en Imre Csany