Een zoekgeraakt paspoort. Temperaturen van achttien graden onder nul. Een gemiste aansluitende vlucht. Freek de Weijer maakte het de afgelopen jaren allemaal mee. Paphos is de volgende bestemming. Draisma Dynamo’s Europa Cup-veteraan verheugt zich er al op.
De inmiddels 29-jarige setter heeft de afgelopen jaren al heel wat van Europa gezien. Na Zwitserland, Turkije, Tsjechië, Slovenië, Portugal, Engeland, Rusland, Polen, Oostenrijk en Montenegro wordt Cyprus het elfde Europese land dat hij aandoet met Draisma Dynamo. In dienst van respectievelijkOrion en Piacenza kon hij Bulgarije, Roemenië, Frankrijk en België eveneens afvinken.
“Sinds ik bij Dynamo ben begonnen, heb ik best wel mooie tripjes gemaakt. Die Europese wedstrijden zijn heel mooie ervaringen. Ik speel om prijzen te pakken en kampioen te worden. Europees is het anders. Je weet dat je als Nederlands team toch niet gaat winnen, maar het is wel genieten. En dan geniet ik meer van het niveau dan van de sfeer. Ik geniet sowieso van mooi volleybal. Je leeft er ook heel anders naartoe dan naar een gewone competitiewedstrijd. Bij die uitjes staat alles drie of vier dagen helemaal in het teken van die ene wedstrijd”, voelt Draisma Dynamo’s captain telkens weer die gezonde wedstrijdspanning.
Met het hele team op reis versterkt bovendien de onderlinge band, meent hij. “Behalve dat het goed is voor de teambuilding, doen vooral de jonge jongens bij zulke wedstrijden veel ervaring op. Veel van onze spelers speeldentegen Lausanne hun eerste Europa Cup wedstrijd. Ik moet zeggen dat de sfeer in Lausanne mij positief verraste. Het zat er vol met studenten. Ze zaten er met blikjes bier op de tribune. Dat we een ronde verder kwamen, kwam vooral door de wedstrijd daar. In de thuiswedstrijd waren we niet zo goed.”
Tien jaar geleden alweer ging het destijds net 19 jaar geworden talent uit Berkel-Enschot zelf voor het eerst met Draisma Dynamo de grens over. De tegenstander in de zestiende finales van de CEV Cup heette Biogas Volley Näfelsuit Zwitserland. “Ik speelde niet. Ik weet alleen nog dat we in de golden set met 14-12 achter stonden en Renzo Verschuren ons toen naar de volgende ronde serveerde. Er waren best veelmensen mee uit Apeldoorn. Dat was mooi. We lagen er bijna uit, maar wonnen wel. Wat die jonge jongens in Lausanne voor het eerst meemaakten, beleefde ik daar in Näfels”, herinnert de toenmalige debutant zich.
Wat hem tijdens de daaropvolgende uitwedstrijd bij Istanbul BBSK overkwam, vergeet hij nooit meer. “Ik raakte daar m’n paspoort kwijt. Met Teun Zijp ben ik achtergebleven. Met de taxi zijn we heel Istanbul doorgereden om bij het consulaat te komen. We waren net op tijd. Ik kreeg er een noodpaspoort. Wanneer we veertig minuten later waren geweest, hadden we tot de volgende dag moeten wachten. Nu konden we nog dezelfde avond terugvliegen. Toen kon ik er niet om lachen, nu wel. Al neem ik tegenwoordig wel een paspoort én een identiteitskaart mee wanneer ik naar het buitenland ga”, verklapt De Weijer dat hij sindsdien altijd het zekere voor het onzekere neemt.
Globetrotter De Weijer verdeelde het spel zelfs al in Siberië.Tot twee keer toe liefst: eerst in januari 2018 als speler vanOrion bij Urga Surgut, twee jaar later met Draisma Dynamo in Novosibirsk. “Naar Surgut moesten we twee keer overstappen. Bij die laatste vlucht zaten we in zo’n klein vliegtuigje met propellers. Bij aankomst was daar het min 18 graden. Die wedstrijd was de eerste keer dat Redbad me echt liet voelen dat ik het moest laten zien”, blikt hij terug op hoe hij op meer dan 5000 kilometer van Nederland al het vertrouwen kreeg van trainer Strikwerda.
Als tegenstander vond hij Lokomotiv Novosibirsk van een iets beter kaliber. “Novosibirsk was écht een topteam. Tegen zo’n ploeg zie je dat meespelen makkelijker is dan niveau neerzetten. Je gaat meevolleyballen, maar daarbij worden je eigen tekortkomingen pijnlijk duidelijk. Al hadden we uit best een set kunnen pakken. Thuis deden we dat wel”, denkt De Weijer met veel genoegen terug aan de niet alledaagse confrontaties op het Europese podium.
Aan de vaak lange vlieg- of busreizen naar Europese uitwedstrijden heeft hij geen hekel. Of hij nu met een mini-busje naar een kwalificatievierkamp voor de ChampionsLeague naar Oostenrijk wordt gebracht of zoals onlangs met de spelersbus van voetbalclub Vitesse naar Zwitserland, het maakt hem weinig uit. “Toen ik in Italië bij Piacenza speeldededen we ook alles met de bus. Ondanks dat we ons niet kwalificeerden was het naar Innsbruck een mooi uitje. Op de terugweg ben ik zelfs nog met een aantal jongens een berg op geweest”, geeft de reiziger aan dat de strakke tijdschema’s het best weleens toelaten om aan de monotonie van hotels en sporthallen te ontsnappen.
Urenlange vertragingen op luchthavens laten willekeurige Europese uitduels ook enorm verschillen van pak ‘m beet Lycurus- of Limax-uit. Zo miste de selectie van DraismaDynamo zes jaar geleden op het vliegveld van Lissabon de aansluitende vlucht naar de Azoren voor de uitwedstrijd bij Fonte Bastardo. “Dan zit je daar met een man of twintig een uur of zes te wachten”, neemt De Weijer dergelijke ongemakken gelaten.
Ook vorig jaar naar Budva verliep niet alles zoals gepland.Een deel van de selectie vloog vanuit Köln naar Tirana, de andere helft vanuit Eindhoven. Vanwege de mist kon de laatste groep pas veel later dan gepland naar de Albanese hoofdstad vertrekken. “Wij er waren en besloten op een gegeven moment met een taxi de stad in te gaan. Op weg naar het centrum kwamen we in een file terecht en zijn we maar weer omgekeerd. Die andere groep kwam vijf of zes uur later. Toen moesten we nog anderhalf uur met de bus”, geeft de aanvoerder aan dat de voorbereiding op dat duel alles behalveoptimaal was.
“We verloren in Budva echt dik met 3-0. Dat hebben we thuis rechtgezet. Het was kielekiele. In de golden set kwamen we 12-14 achter, maar wonnen we uiteindelijk toch. Ik vind het wel mooi, zo’n golden set. Je moet dan knallen. Doordat we wonnen, kregen we Fenerbahçe”, noemt De Weijer de onvergetelijke thuiswedstrijd tegen de Turkse grootmacht in een uitverkochte Draisma Dynamo Arena misschien wel zijn allermooiste Europa Cup-ervaring.
Tegenover een club uit Cyprus stond hij nog niet eerder. Hij vindt het daarom moeilijk om de kracht van Pafikos Pafos in te schatten. “Ik heb echt geen idee van wat ik ervan moet verwachten. Ze zullen echt wel wat kunnen. Anders win je niet van Aalst. We gaan het zien. Voor de ervaring zijn dit soort wedstrijden hoe dan ook altijd goed. Vooral voor de jongere spelers.”
📸Wout van Zoeren